Interculturele Communicatie

Presentaties BA-cursus, blok 2 2011-2012, Dep. Nederlands, Universiteit van Utrecht

Verzoeken in het Engels

Nederlanders staan er in het buitenland om bekend behoorlijk direct te zijn in hun verzoeken, terwijl van Engelsen juist verondersteld wordt dat zij erg beleefd zijn en dit op een meer indirecte wijze doen. Het is dus interessant om dit daadwerkelijk te vergelijken, zeker indien je daar Nederlandse leerders van het Engels bij betrekt. Op die manier is gepoogd de vraag te beantwoorden wat de verschillen zijn tussen het doen van verzoeken in de Engelse taal door moedertaalsprekers van het Engels en leerders van Nederlandse afkomst.

Uit het onderzoek is gebleken dat de veronderstellingen over directe Nederlanders en indirecte Engelsen niet bevestigd kunnen worden. Nederlanders en Engelsen hanteerden namelijk beide indirecte strategieën voor het doen van hun verzoeken. Wel waren de Engelstalige verzoeken van de Nederlandse leerders van het Engels beïnvloed door hun moedertaal Nederlands. Nederlanders gebruiken namelijk vaak aparte woorden om hun verzoeken af te zwakken, zoals ‘eventjes’ en ‘misschien’. Engelsen gebruiken hiervoor juist vaak beleefde en indirecte werkwoordsvormen, zoals ‘could’ en ‘would’ in plaats van ‘can’ en ‘will’. De Nederlanders die een Engels verzoek formuleerden gebruikten echter nog steeds voornamelijk aparte woorden om hun verzoeken wat af te zwakken, in plaats van een beleefde Engelse werkwoordsvorm te gebruiken zoals ‘could’.

Dit onderzoek laat dus niet alleen zien dat Nederlanders en Engelsen minder verschillen in directheid dan men wellicht denkt, maar ook dat de invloed van de moedertaal niet onderschat mag worden bij het doen van een verzoek in een vreemde taal. Dus ook al heeft iemand nog zoveel kennis van een andere taal, de invloed van de moedertaal mag nooit helemaal uitgevlakt worden.

Reageer: