‘Oke, alles klar. Tschüss!’
Telefoneren in het Duits is iets wat wij als Nederlanders vaak doen. Duitsland is voor Nederland een belangrijke culturele, economische en politieke partner en zodoende bestaat er veel telefonisch contact tussen deze twee landen. Dit gegeven was voor ons de aanleiding om te onderzoeken of er in de eindgroet van Nederlands-Duitse telefoongesprekken culturele verschillen aanwezig zijn. Hiervoor hebben wij de volgende hoofdvraag geformuleerd:
‘Hoe formuleren Duitsers en Nederlanders de eindgroetsequentie in Nederlands-Duitse telefoongesprekken?’
Voor het beantwoorden van de hoofdvraag hebben we gebruik gemaakt van de kantelanalyse, waarmee we de beleefdheidsvormen, aangrenzende paren, pasbeurten, overlap en stiltes analyseerden. Deze fenomenen duiden culturele verschillen en overeenkomsten aan in een telefonische interactie.
Uit onze analyse blijkt dat er naast verschillen tussen de Duitse en Nederlandse eindgroetsequenties ook overeenkomsten bestaan. Deze vielen vooral op bij het gebruik van aangrenzende paren. Verschillen tussen de Duitse en Nederlandse deelnemers waren waarneembaar bij de overlappingen. Hier viel het op dat de Duitse deelnemer vaker overlapt en minder stiltes laat vallen en daarmee minder de tijd neemt voor het gesprek. Bij de analyse van pasbeurten is dit niet opgevallen. Uiteindelijk is te zeggen dat beide deelnemers de eindgroetsequentie op dezelfde manier laten verlopen. Zowel Duitsers als Nederlanders nemen beleefdheidsvormen in acht tijdens de eindgroetsequentie. Verder bleek uit de interactie dat Duitsers en Nederlanders er in geslaagd zijn om succesvol aangrenzende paren te gebruiken. Tijdens de eindgroetsequentie gebruiken beide deelnemers enkele pasbeurten om wederzijds begrip bij elkaar te bevestigen alvorens ze overgaan naar de eindgroet.